Je zou denken dat elk brillenglas wat goed aangemeten is je scherp laat zien. Dat is helaas niet zo, er zijn duidelijk merkbare verschillen. In het algemeen zijn dunne glazen niet zo scherp als dikkere.
Opticiens vertellen vaak niet over de verschillen in optische kwaliteit tussen typen glazen. Medewerkers zijn er vaak zelfs niet van op de hoogte.
Als een klant na het voor het eerst opzetten van de nieuwe bril zegt dat het niet scherp is, wordt er gezegd dat het altijd even wennen is aan een nieuwe bril. Dat is ook zo, maar desalniettemin kan een bril niet scherp zijn. Als je als klant het dan een paar dagen de tijd geeft, wen je tevens aan de beperkte scherpte die de brillenglazen hebben. De meeste mensen zijn zich er hierdoor niet van bewust dat hun bril hen niet zo goed laat zien als wel mogelijk is.
Een mindere optische kwaliteit merk je in het algemeen het duidelijkst aan gele en blauwe randen die om objecten heen verschijnen. Die kunnen meer of minder dik zijn, en zijn over het algemeen aan de randen in je gezichtsveld nadrukkelijker aanwezig.
Is de kwaliteit nog minder, dan kan het zijn dat het beeld zelfs niet echt scherp is, terwijl de bril wel goed aangemeten is. Je ziet dan geen details meer.