De optische kwaliteit van brillenglazen is hoe goed je erdoor ziet. Dat wordt niet alleen bepaald door hoe goed een bril aangemeten is, maar vooral door de eigenschappen van het glas of kunststof, die o.a. afhankelijk zijn van de dikte ervan. Daar zitten een aantal aspecten aan.
Als de glazen echt van slechte optische kwaliteit zijn, zie je er niet scherp door.
Meestal is het iets minder erg gesteld, en is er vooral sprake van kleurschifting, waardoor je gele en blauwe randen om objecten heen kunt zien. Dit is helaas bij de meeste heden ten dage verkochte brillenglazen het geval. Als goed zicht je aan het hart gaat, is kleurschifting een belangrijk punt om aandacht aan te besteden.
Zelfs als scherpte en kleurschifting goed zijn, kan het zijn dat je niet helder ziet door een bril. Door reflecties of een vuile bril zie je minder heldere kleuren en minder onderscheid tussen licht en donker (contrast).